Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Wee [die vrouwen], [51]die kussens naaien voor [52]alle okselen der armen, en maken [53]hoofddeksels voor het hoofd [54]van alle statuur, om de [55]zielen te jagen! Zult gij de [56]zielen Mijns volks jagen, en zult gij [57]u de [58]zielen [59]in het leven behouden? 51. Sommigen verstaan dit niet eigenlijk, maar figuurlijk, van de pluimstrijkerijen en beloften van vrede en rust; anderen verstaan het eigenlijk, dat zij zulke dingen maakten en verkochten, om gebruikt te worden door degenen, die hare profetieen geloofden, tot een teken dat zij zo waarlijk rust en vrede in het land zouden hebben, als hunne armen daarop gemakkelijk zouden leunen en rusten. 52. Hebreeuws, alle oksels der handen; te weten van al degenen, die ze ten voorgemelden einde zouden willen kopen en gebruiken. 53. Anders: slaaphuiven of overdeksels. Deze dienden tot een teken van altijd vasten en gerusten slaap te zullen hebben. 54. Dat is, van allen ouderdom, of hoogte. Zij passen hare huichelarij op alle soorten van mensen, kleinen en groten, om een ieder te verleiden en van elkeen te trekken. 55. En alzo te vangen; dat is, de mensen in het tijdelijke en eeuwige verderf te brengen, door hen in gruwelijke afgoderij en onboetvaardigheid te stijven. Vergelijk Spreuk.6:26, en de aantekening. 56. Versta, de redelijke en onsterflijke zielen. 57. Of, voor u; dat is u ten beste. 58. Dat is, uwe personen; alzo Gen.9:5, op de woorden uwer zielen. 59. Dat is, voeden en onderhouden, door oneerlijk gewin te trekken van uw valse profetieen.